Creëren van randvoorwaarden voor aantrekkelijke woon-, werk- en leefmilieus waarin de kwaliteit van het gebied en de participatie van gebruikers centraal staan

Prestatie

Zaanstad is in ontwikkeling. Projectontwikkelaars willen aan de slag. Ondernemers zoeken geschikte locaties of willen hun bedrijfsvoering veranderen. Ook maatschappelijke initiatieven hebben ruimte nodig. Er komen steeds meer bezoekers. Hoe gaan we slim om met de beschikbare ruimte en hoe blijven we bereikbaar? De gemeente stelt de integrale kaders gericht op omgevingskwaliteit en heeft daarmee een belangrijke rol in het bepalen van de randvoorwaarden bij ontwikkelingen. Met het oog op de toekomst sluiten we daarbij meer aan bij de kwaliteiten van het gebied en betrekken we huidige en toekomstige gebruikers al vroeg in het proces.

Een kwalitatief goed, gezonde en veilige fysieke leefomgeving vraagt om een integrale benadering en afweging. Om van MAAK.Zaanstad een succes maken zijn een aantal stappen nodig om de ambities goed te vertalen naar concrete plannen en vergunningen.

Het beleid voor verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving is gebiedsgericht en integraal om als basis te dienen voor het omgevingsplan. Daarbij zijn de regels van verschillende verordeningen geïntegreerd en geactualiseerd. Omwonenden, ondernemers en andere stakeholders worden voortaan al in een vroeg stadium bij de plannen betrokken, zodat de belangen goed tegen elkaar worden afgewogen. Zorgvuldigheid in onderzoek en advies is essentieel voor draagvlak onder inwoners en voor de beoogde kwaliteit van de woon-, werk- en leefomgeving. Toezicht op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving (middels bijvoorbeeld Milieu Effect Rapportage (MER) of Stikstofprogramma PAS) wordt steeds belangrijker.

De Omgevingswet is het wettelijke kader. Deze treedt in 2021 in werking en biedt hiervoor het instrumentarium. In Zaanstad werken we al zo veel mogelijk in de geest van deze wet. Daarbij gaat het om integrale bestuurlijke afweging in Omgevingsvisie, het werken in de geest van Omgevingswet bij bestemmingsplannen en de voorbereidingen voor een Zaanse Omgevingsvisie vanaf 2021.

Activiteiten

Opstellen van de Omgevingsvisie met het oog op de integrale samenhang (fase 2)

De Omgevingsvisie wordt in fases opgesteld langs zes strategische opgaven: verstedelijking, duurzaamheid, gezondheid, kansengelijkheid, veiligheid en economie. De gebiedsuitwerkingen van MAAK.Zaanstad (APS) zijn onderdeel van de Omgevingsvisie. De participatieaanpak van de Omgevingsvisie is gericht op een brede integrale belangenafweging, waarbij de gebruikers van nu en die van 2040 op verschillende manieren worden betrokken.

Bestemmingsplannen opstellen in de geest van de Omgevingswet

De bestemmingsplannen worden al zo veel mogelijk opgesteld 'in de geest van’ de Omgevingswet. Gebied en gebruiker centraal, participatie aan de voorkant, de opgaven uit de Omgevingsvisie komen terug en daarop wordt het bestemmingsplan ingericht.

Gebiedsgericht beleid en de Zaanse verordening als basis voor omgevingsplannen

Beleid moet integraal en gebiedsgericht zijn om als basis te dienen voor het omgevingsplan. We bereiden ons voor om vanaf 2021 ieder omgevingsplan conform de nieuwe wetgeving te kunnen uitwerken. Ter voorbereiding worden alvast de lokale verordeningen ten aanzien van de fysieke leefomgeving vertaald in een Zaanse omgevingsverordening. Deze verordening treedt vanaf 2019 in werking.

Invulling en advisering rond leefomgevingskwaliteit

De Invulling en advisering rond leefomgevingskwaliteit bestaat uit twee deelactiviteiten:

De sturing op ruimtelijke kwaliteit rond welstand, monumenten en erfgoed wordt herzien.
De nieuwe invulling van het begrip leefomgevingskwaliteit richt zich op een gezonde en veilige omgevingskwaliteit en is randvoorwaarde voor de verstedelijkingsopgave.

Regionale samenwerking rond de fysieke leefomgeving

Inbrengen Zaanse belangen bij regionale opgaven (onder meer uitvoering ruimtelijke economische actieagenda MRA) en lobbytrajecten naar Rijk, provincie en Europa.
Het afstemmen en organiseren van de samenwerking in de keten met alle betrokkenen instanties, zoals GGD, veiligheidsregio, HHNK, omgevingsdiensten.

Onderzoek en instrumentarium voor integrale afweging en monitoring

Om de groei van de stad te faciliteren is onderzoek ten behoeve van de integrale afweging wettelijk vereist. De Milieueffectrapportage (MER), de Ladder van duurzame verstedelijking, het Programma Aanpak Stickstof (PAS), de provinciale Klimaat Stress Test (voorgesteld) zijn een verplicht onderdeel van die zorgvuldige afweging. Het monitoren en interpreteren van gegevens vormt de basis.