Onze mensen en middelen
(Bedragen x € 1.000) | |||
Kengetallen capaciteit | Realisatie 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 |
Toegestane formatieplaatsen in fte’s | 1.223 | 1.216 | 1.203 |
KPI Formatie per 1.000 inwoners in fte's | 7,95 | 7,91 | 7,76 |
Werkelijke bezetting in fte’s inclusief boventalligen | 1.123 | 1.125 | 1.143 |
KPI Bezetting per 1.000 inwoners in fte's | 7,30 | 7,32 | 7,38 |
Aantal personeelsleden inclusief boventalligen | 1.215 | 1.216 | 1.245 |
Aantal boventalligen | 1 | 4 | 1 |
(Bedragen x € 1.000) | |||
Capaciteitsbudget | Realisatie 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 |
Salariskosten personeel | 79.413 | 89.799 | 92.443 |
Externe inhuur bij ziekte en vacatures | 7.923 | 0 | 0 |
Externe inhuur uit hoofde van flexibele schil | 7.444 | 5.007 | 2.534 |
Totaal aan capaciteitsbudget | 94.780 | 94.806 | 94.977 |
KPI Apparaatskosten per inwoner | € 658 | € 617 | € 613 |
(Bedragen x € 1.000) | |||
Externe inhuur | Realisatie 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 |
Externe inhuur bij ziekte en vacatures | 7.923 | 0 | 0 |
Externe inhuur uit hoofde van flexibele schil | 7.444 | 5.007 | 2.534 |
Externe inhuur m.b.t. externe expertise | 5.277 | 1.458 | 1.581 |
Totaal aan externe inhuur | 20.644 | 6.465 | 4.115 |
KPI Externe Inhuur: Kosten als percentage van totale loonsom + totale kosten inhuur externen | 20,6% | 6,8% | 20% |
Externe inhuur (in % van totaal aantal medewerkers) | 20,7% | geen | 20% |
(Bedragen x € 1.000) | |||
Bedrijfsvoering | Realisatie 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 |
Facilitaire kosten | 6.667 | 6.546 | 8.060 |
ICT kosten | 13.195 | 13.403 | 14.286 |
KPI Overhead als % van totale bruto exploitatielasten | 10,9% | 11,3% | 11,2% |
Toelichting
In de cijfers voor de formatie is nog niet de groei verwerkt als gevolg van de intensiveringen uit het coalitieakkoord voor maatschappelijke en organisatorische opgaven. Deze intensivering is wel terug te zien in de verhoging van de salariskosten van personeel.
Inhuur
De afgelopen jaren ingezet op het begroten van de inhuur voor zover dat te voorzien is en op voorhand de specifieke dekking hiervoor kan worden aangegeven. Wat de cijfers nu laten zien, en in het bijzonder als het gaat om de inhuur uit hoofde van de flexibele schil, is dat minder inhuur wordt begroot. Dit komt doordat inmiddels stevig wordt gestuurd op het reduceren van de inhuur. Met als gevolg dat inhuurbudget wordt omgezet naar regulier personeelsbudget om vacatures te kunnen gaan uitzetten.
In het coalitieakkoord staat over inhuur het volgende opgenomen: ‘Daarbij hoort ook het verminderen van inhuur ten gunste van een vaste bezetting. We geven onszelf de opdracht om met een voorstel te komen tot een substantiële vermindering van de inhuur.’
Dit voorstel volgt nog en zal naast een doelstelling voor 2019 ook een meerjarenperspectief voor reductie van inhuur bevatten. Doordat inmiddels al op inhuur wordt gestuurd is een daling van het aantal mensen dat wordt ingehuurd zichtbaar. Sturing houdt onder andere in maandelijkse rapportages voor de directie, een nieuwe richtlijn voor maximale duur van inhuur en de strategie om te werven in plaats van in te huren bij structureel werk maar met tijdelijke middelen (zoals bij projecten).
Het belang van de vaste bezetting wordt breed gedeeld. Maar de opgave om in deze arbeidsmarkt alle bestaande en toekomstige vacatures snel en kwalitatief op te vullen is groot. De concurrentie op sommige functies is groot en mensen prefereren soms ook zelf inhuur boven een dienstverband. Wij zien het reduceren van inhuur dus als een belangrijke opgave en niet als een doel op zich. Uiteindelijk gaat het om de ontwikkeling van de stad waar te kunnen maken en de voorzieningen en dienstverlening aan inwoners en ondernemers te kunnen leveren.